My library button
  • No image available

  • No image available

  • No image available

    Om in de gebiedsgerichte aanpak van de inrichting van het landelijk gebied ook de risico’s voor introductie en verspreiding van dierziekten mee te kunnen laten wegen, werd in dit Kennisdeskproject in opdracht van het ministerie van LNV een aantal scenario’s doorgerekend. In dit onderzoek werd het effect van verschillende scenario’s van veranderingen in de bedrijfsgrootte of locatie op dierziekte-verspreidingsrisico’s geëvalueerd door het modelleren van tussen-bedrijfstransmissie van hoog pathogene aviaire influenza (HPAI) in pluimvee en van klassieke varkenspest (KVP) in varkens. Voor zowel HPAI als KVP is de relatieve reductie van verspreidingsrisico’s het grootst bij het scenario ‘risico-gebaseerd reduceren van het aantal bedrijven’, gevolgd door ‘willekeurig reduceren van het aantal bedrijven’, en ‘reduceren bedrijfsgroottes terwijl aantal bedrijven gelijk blijft’. Dus risico-gebaseerd reduceren van het aantal bedrijven is effectiever dan willekeurig laten stoppen van bedrijven, en het willekeurig laten stoppen van bedrijven is weer effectiever dan het per bedrijf reduceren van het dieraantal. Vanwege verschillen tussen parameterwaarden voor KVP en HPAI voorspellen de modelberekeningen hierbij wel een kwantitatief verschil tussen KVP en HPAI: het verschil in effectiviteit tussen het minst effectieve scenario (reduceren bedrijfsgroottes terwijl aantal bedrijven gelijk blijft) en het meest effectieve scenario (risico-gebaseerd reduceren van het aantal bedrijven) is voor KVP in varkens (veel) minder groot dan voor HPAI in pluimvee. Het verschil in effectiviteit tussen het scenario ‘reduceren bedrijfsgroottes terwijl aantal bedrijven gelijk blijft’ en het scenario ‘willekeurig reduceren van het aantal bedrijven’, is voor KVP in varkens veel kleiner dan voor HPAI in pluimvee.

  • No image available

    In de epidemie van hoog-pathogene aviaire influenza (HPAI) in Nederlands pluimvee in 2003 was er uitgebreide tussenbedrijfstransmissie in de pluimveedichte gebieden in de Gelderse vallei en zuidoost Nederland. Omdat toepassing van de minimum Europese bestrijdingsmaatregelen in deze gebieden niet voldoende was om transmissie te voorkomen, is toen ook op grote schaal preventief geruimd. Epidemiologische modellering voorspelt enerzijds dat de verspreidingsrisico’s in 2023 sterk verminderd zijn ten opzichte van twintig jaar geleden. Anderzijds voorspelt deze modellering dat er nog steeds een gebied is in de Gelderse Vallei waar de toepassing van de minimum Europese bestrijdingsmaatregelen onvoldoende kan zijn om tussenbedrijfstransmissie te voorkomen. De vele tientallen HPAI uitbraken in de afgelopen anderhalf jaar, deels in het gebied in de Gelderse Vallei, geven aanleiding tot de volgende drie hoofdvragen: • Het bestaande epidemiologische model is onderbouwd met behulp van de gegevens van de grote epidemie in 2003, waarbij vervolgens de huidige grotere bedrijfsgroottes en lagere aantallen bedrijven in rekening zijn gebracht. Is dit model verenigbaar met de recent waargenomen uitbraken? • Wat is volgens dit model het effect van preventief ruimen binnen een straal van 1 km in het gebied in de Gelderse vallei? • In hoeverre kan een aanvullende surveillance, i.h.b. het bemonsteren van dode dieren, het detecteren van uitbraken versnellen en daarmee transmissierisico’s verlagen ten opzichte van de huidige surveillance? De huidige surveillance bestaat (o.a.) uit melding van oplopende sterfte, en in het 3-km gebied rondom uitbraken tevens uit bemonstering door NVWA en intensieve telefonische monitoring uitgevoerd door de Gezondheidsdienst voor dieren (GD). In dit rapport worden in totaal vijf vragen beantwoord. De algemene conclusies zijn als volgt: 1. Het bestaande epidemiologische model voor HPAI verspreiding tussen pluimveebedrijven in Nederland is goed verenigbaar met de waargenomen uitbraken van HPAI in Nederland over de periode september 2021 tot september 2022. 2. Het model voorspelt dat preventief ruimen binnen 1 km het volgende effect heeft op HPAI epidemieën in de Gelderse vallei: De gemiddelde duur van de epidemie wordt verlaagd van 51,4 naar 43,9 dagen en het gemiddeld totaal aantal uitbraakbedrijven wordt verminderd van 14,6 naar 9,7. Daar staat echter wel een prijs tegenover, want het gemiddeld totaal aantal geruimde bedrijven is voor het scenario met preventief ruimen groter. Volgens de modelanalyse is dit aantal geruimde bedrijven gelijk aan 44,8 bedrijven (preventief en besmet) bij preventief ruimen in vergelijking met 14,6 bedrijven (besmet) voor het scenario zonder preventief ruimen. 3. Volgens een modelanalyse kan bemonstering van karkassen (‘bucket sampling’) op pluimveebedrijven een HPAI uitbraak op het bedrijf eerder detecteren dan het huidige meldingssysteem. Volgens deze analyse wordt de gemiddelde tijd tussen insleep en detectie met ongeveer 30 procent verkort.