· 2001
Toen Jacobus Henricus van ‘t Hoff op 25-jarige leeftijd werd benoemd tot hoogleraar Chemie aan de Universiteit van Amsterdam, had hij zijn belangrijkste publicatie – het ‘Voorstel tot uitbreiding der tegenwoordig in de scheikunde gebruikte structuurformules in de ruimte’ – reeds op zijn naam staan. In dit 12 pagina’s tellende pamflet uit 1874 verklaarde Van ‘t Hoff de verschillende eigen-schappen van organische stoffen met dezelfde structuurformule als een gevolg van verschillen in de ruimtelijke bouw van het molecuul. Dit verband tussen fysische eigenschappen en ruimtelijke bouw van moleculen zou hem tijdens zijn Amsterdamse jaren blijven boeien. Met zijn onderzoek naar chemische evenwichten, reactiesnelheden en osmotische druk in verdunde oplossingen legde Van ‘t Hoff de basis voor de fysische chemie, een nieuwe poot binnen de Scheikunde. Op 10 de-cember 1901 viel hem de eer ten deel om voor zijn baanbrekende werk in de chemische weten-schap de eerste Nobelprijs voor de Scheikunde in ontvangst te nemen. Hoewel Van ‘t Hoff in 1895 zijn Amsterdamse laboratorium verruilde voor een nieuwe aanstelling in Berlijn waar hij zich nagenoeg zonder onderwijsverplichtingen volledig aan zijn onderzoek kon wijden, was hij geenszins een stoffig onderzoeker die zich enkel tot zijn vakgebied beperkte. Al tijdens zijn studie Chemische technologie in Delft was hij een groot liefhebber van de poëzie van Byron, bestudeerde hij de positivisten en ijverde hij voor de oprichting van een debating club. Bij de aanvaarding van zijn hoogleraarschap in Amsterdam bepleitte Van ‘t Hoff aan de hand van de biografieën van 200 geleerden voor de ‘Verbeeldingskracht in de wetenschap’, want naast waar-neming, zo meende hij, was fantasie onontbeerlijk voor wetenschappelijke vooruitgang. Ook in Berlijn hield Van ‘t Hoff populariserende voordrachten over de fysische chemie om zo een breed publiek van de chemische ontwikkelingen op de hoogte te stellen. Tot aan zijn dood in 1911 zou hij zelf – geïnspireerd door Byron’s gedichten – poëzie blijven schrijven. Weinig geleerden zullen tijdens hun leven zo zijn geëerd en vereerd als Van ‘t Hoff. In Een romantisch geleerde wordt een biografische schets gegeven van de persoon en diens werk, dat zo’n grote invloed heeft gehad op de ontwikkeling van de fysische chemie.
Graven van Holland. Middeleeuwse vorsten in woord en beeld (880-1580) bevat meer dan 35 levensbeschrijvingen en portretten van alle middeleeuwse graven die de ontstaansgeschiedenis van Holland vorm gaven. Elk van hen drukte een stempel op de ontwikkeling van het graafschap, dat heden de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland omvat. De reeks begint in de 9de eeuw met Gerulf, de stamvader van het Hollandse huis. Vervolgens komen de graven en gravinnen aan bod die gedurende zeven eeuwen het bewind voerden, zoals Arnulf, Floris V, Jacoba van Beieren en Karel de Stoute. De serie eindigt met de Spaanse Filips II, die tot de afzwering in 1581 graaf van Holland was. Graven van Holland. Middeleeuwse vorsten in woord en beeld (880-1580) is een volledig herziene en uitgebreide heruitgave van de eerste druk uit 1995. Het is dan ook een uniek overzichtswerk voor iedereen die zich interesseert voor het ontstaan van de Hollandse en Zeeuwse gewesten. Het boek is rijk geїllustreerd met onder meer de Gravenportretten in het Haarlemse stadhuis en met de recentelijk ontdekte, niet eerder gepubliceerde tekeningen van de graven van Holland in het Wapenboek van Hendrik van Heessel uit 1456.
Beschrijving van de invloed van de gravinnen van Holland van ca. 900 tot ca. 1300.
No image available
· 2011
Achtergronden en toedracht van de moord op Floris V, graaf van Holland en Zeeland (1254-1296), door een aantal hoge Hollandse edelen.
No image available
No image available
No image available