My library button
  • No image available

    In 2003 the IMAG Drift Calculator was developed to compute downwind spray deposits onto surface water. Recently, it was renewed, improved and expanded resulting in the current WUR Drift Calculator. This calculator is a tool to quantify spray drift to surface waters and non-target areas near a sprayed field or orchard. The calculator uses statistically obtained regression curves to calculate spray deposition next to the sprayed field. These spray drift curves are derived from experimental drift data for field crops, fruit orchards and avenue tree nurseries. The calculator is intended for computation of spray drift deposits onto the surface water next to a field crop, fruit orchard or avenue tree nursery. It can also be used to compute spray drift deposits onto off-field terrestrial non-target zones, to evaluate exposure of non-target plants and arthropods (NTP, NTA) to pesticides. Drift mitigation measures such as additional buffer zones and the use of drift reducing application techniques, represented by their DRT classes (DRT50 up to DRT99), can be selected as well. For field crops, a distinction is made between applications on bare soil (including low-height emerging crops) and applications on higher or full-grown crops. For fruit orchards, dormant trees and trees in full leaf are distinguished. With avenue tree nurseries, a distinction between spindle trees, transplanted trees and high avenue trees is available.

  • No image available

    In a series of indoor experiments spray drift potential was assessed when spraying over a drift test bench (ISO 22401) with two different forward speeds (2 and 4m/s), two different spray boom height (30 and 50 cm), and two different nozzle spacing (25 and 50 cm), for six different nozzle types. The nozzle types used were the standard flat fan XR as a reference nozzle and the DG, XLTD, IDN, AIXR and AIRmix as drift reducing nozzles types. An horizontal patternator was used to check the cross distribution for the different nozzle types and settings. For drift potential quantification a certain amount of fluorescent tracer (Brillant Sulfo Flavine) was added into the sprayer's tank. Potential spray drift deposition was measured placing collectors along the test bench quantifying the deposition of the spray plume behind moving spray boom in wind still conditions. Results obtained from two laboratories set ups differ because of the variability of relative humidity in one laboratory. Spray drift reducing capability was different at different settings depending on the nozzle type. Key words: spray drift, test bench, horizontal patternator, nozzle type, spray boom height, nozzle spacing, forward speed, spray drift reduction, drift potential.

  • No image available

    Om bij te dragen aan de realisatie van het toekomstbeeld van een autonome spuitrobot die door de kas rijdt en die op de juiste momenten en locaties, gericht de juiste middelen toedient tegen ziekten en plagen, is in het project Gezonde Plant Fundamentals onderzocht of innovatieve camerasystemen kunnen helpen bij vroegtijdige detectie van ziekten en plagen. Belangrijkste vragen in dit onderzoek waren: Kunnen chlorofyl fluorescentie Fv/Fm metingen, die stress meten, bijdragen aan een eerdere detectie van ziekten en plagen dan de huidige symptoomwaarnemingen met het blote oog? Hoeveel eerder kan door een ziekte veroorzaakte stress worden aangetoond dan de door de ziekte veroorzaakte symptomen? Bij bladinoculaties van Botrytis op tomaat bleek dit aan de hand van Fv/Fm metingen ongeveer 1 tot 2 dagen te zijn. Naast camera’s die Fv/Fm metingen konden verrichten zijn ook goedkopere sensoren getest die chlorofyl fluorescentie kunnen meten. Deze namen echter pas iets waar als symptomen al zichtbaar waren. Wanneer de behandeling van een blad met fungicide werd ingezet zodra stress aan de hand van Fv/Fm gemeten was in plaats van als symptomen zichtbaar waren,werd het blad beter beschermd tegen schade. Bij kasexperimenten met Botrytis inoculaties van wonden bij de stengel waar bladeren waren verwijderd, de zogenaamde bladstompjes, werden uitsluitend locale symptomen waargenomen aan de bladstompjes. De infectie leek niet door te zetten richting de stengel en er kon ook geen duidelijke Botrytis gerelateerde stress worden waargenomen in de stengel.Onderzoek aan met F. solani besmet plantmateriaal uit een praktijkkas met tomaat heeft uitgewezen dat de schimmel uitsluitend aantoonbaar was op plekken waar wondweefstel aanwezig was. In een experiment met tomatenplanten in een experimentele kas, was lichte stress soms wel 5 dagen voordat symptomen zichtbaar waren, waar te nemen. De stress was echter niet heel duidelijk zichtbaar en verbetering in het camerasysteem of meetprotocol zou hier wellicht verbetering in kunnen brengen. Innovatieve camera’s zijn ook ingezet voor directe detectie van plaaginsecten. Fv/Fm metingen bleken niet geschikt als hulp bij directe detectie van insecten op blaadjes. Waarnemingen via andere fluorescente beelden (zoals GFP en RFG) maakten het mogelijk niet de stress van planten maar juist de tomatengalmijt, trips en witte vlieg direct te detecteren.

  • No image available

    Op het snijvlak tussen luchtvaart- en landbouwregelgeving bevindt zich de ontwikkeling en inzet van spuitdrones. Nieuwe regelgeving op het gebied van gewasbescherming verwacht veel van drones als innovatieve manier om middelen toe te dienen. Echter, er zijn nog de nodige barrières voor het invoeren van spuitdrones. Naast regelgeving zijn dit ook de beschikbaarheid van hiervoor goedgekeurde middelen, opleidingen en licenties van drone-operators, technische standaarden voor spuitinstallaties en dienstenmodellen voor de markt. De studie constateert een positief toekomstbeeld voor spuitdrones, maar dat wetenschappelijke en technische ontwikkeling nodig is voor het wegnemen van risico’s en onzekerheden. Deze studie geeft handvatten voor verdere onderzoeksinitiatieven en doorontwikkeling in de markt.

  • No image available

    In het kader van het onderzoeksprogramma ‘Op naar precisielandbouw 2.0’ (PL2.0) is een literatuurstudie uitgevoerd naar de beschikbaarheid van sensoren voor het in kaart brengen van gewasgroei en bodemeigenschappen, modellen voor variabel doseren van gewasbeschermingsmiddelen, en ontwikkelingen op gebied van spuittechniek. Precisielandbouw speelt een belangrijke rol bij de transitie naar productie verhoging met minder milieubelasting.

  • No image available

    De publiek private samenwerking (PPS) ‘Op naar precisielandbouw 2.0’ (PL2.0) is een R&D project van de topsector AgriFood. Het project is gestart in 2015 met doorlooptijd van 4 jaar. Voor u ligt het eindrapport. In deze PPS werkten ruim 20 private bedrijven en organisaties, publieke kennisinstellingen en overheden samen aan strategische onderwerpen binnen precisielandbouw. Het project omvatte 13 deelprojecten verdeeld over vijf specifieke R&D thema’s, te weten slim satellietbeeldengebruik, sensorontwikkeling (ziektedetectie), slimme integratie van technologieën in toepassingen, perceelkarakteristieken voor schatten van opbrengstpotentie en ondersteunende ICT, en een generiek thema communicatie en kennisverspreiding.Met betrekking tot het thema satellietbeeldengebruik is uitgezocht hoe optische satellietbeelden in combinatie met radarbeelden of beelden verkregen via drone-camera’s beter gebruikt kunnen worden om de variatie en status van de bovengrondse hoeveelheid biomassa van gewassen in kaart te brengen en opbrengsten te voorspellen. Op het gebied van ziektedetectie is door middel van sensor fusion en artificial intelligence de detectie van virus- en bacterieziekten in aardappelplanten verbeterd. En werd een prototype sensorsysteem voor veldonderzoek ontwikkeld. Door slimme integratie van data, adviesmodellen en mechanisatie zijn er enkele variabel-doseertoepassingen ontwikkeld en gevalideerd. Het gaat hier om variabel doseren van Stikstof en herbiciden binnen teelten d.m.v. taakkaarten. In het verlengde hiervan is ook een ontwerp geleverd en als prototype gevalideerd voor een innovatieve beddenspuit in bloembollenteelt. Op grond van perceelkarakteristieken en ondersteunende ICT zijn inzichten en tools voor het inschatten van opbrengst(potentie) geleverd en wordt een doorkijk gegeven naar software voor verbeterde rijpadenplanning en perceelinformatie. De inzet op communicatie en kennisdeling heeft ca. 100 publicaties en presentaties in 4 jaar tijd opgeleverd. Voor meer details over resultaten wordt naar de rapportage met samenvatting per deelproject verwezen in de hoofdstukken 2 tot en met 7.Het grote succes van PL2.0 ligt vooral bij ruime aandacht voor integratie van componenten van precisielandbouwtoepassingen en de doorstroming daarvan naar de praktijk en onderwijs.Geconcludeerd mag worden dat PL2.0 een bijdrage leverde aan gewasmonitoringtoepassingen en diverse variabel-doseertoepassingen (variable rate applications, VRA). Die VRA-toepassingen zien we nu op de agenda in het in 2018 gestarte precisielandbouw-adoptie project ‘Nationale Proeftuin Precisielandbouw’ (NPPL). Meerdere bedrijven passen taakkaarten variabel doseren op een resolutie van 30-50 m2 op praktijkschaal toe en besparen zo’n 20 -30% op gewasbeschermingsmiddelen met behoud van goede werking. De basis hiervoor is een bodem- of gewaskaart die de relevante variatie binnen de bodem of gewas in kaart brengt. Ook zijn er via PL2.0 mooie resultaten met optimalisatie van plantdichtheid en vermindering van meststoffengebruik via deze kaarten. Doorstroming van kennis naar het groene onderwijs werd gerealiseerd via PL2.0 en een versterkend WURKS-traject. Negen lesmodules over gebruik software en inzet taakkaarten in precisielandbouw werden opgeleverd. Precisielandbouw is geen doel op zich, maar een manier om de duurzaamheid van landbouw te vergroten. Met PL2.0 toepassingen kan meer met minder en beter geproduceerd worden. De trend van precisielandbouw c.q. data-gedreven landbouw of smart farming, zal zich alleen maar doorzetten. Er zal gewerkt gaan worden met meer en hoog-resolutie data, complexere adviesmodellen en meer robotisering. Daarmee zullen de doelen van kringlooplandbouw beter en sneller gerealiseerd kunnen worden.