No image available
No image available
No image available
No image available
Dit rapport geeft een evaluatie weer van de omvang, kwaliteit en verdere ontwikkeling van de Nederlandse genenbank voor inheemse bomen en struiken. Naast strategische aspecten omtrent de soortensamenstelling en opname of uitbreiding van materiaal is ook het operationeel beheer van de genenbank geëvalueerd, met als doel vast te stellen hoe het langetermijnbehoud van de collecties het best gewaarborgd kan worden. Er worden aanbevelingen gedaan hoe de genenbankcollecties in de toekomst efficiënt en optimaal in stand kunnen worden gehouden. Voor een aantal soorten worden alternatieve strategieën aanbevolen.
No image available
No image available
No image available
· 2002
Van een negental bosboomsoorten is in ons land in onvoldoende mate uitgangsmateriaal beschikbaar van een bosbouwkundig gezien goede kwaliteit. Voor deze soorten is geïnventariseerd of buitenlandse herkomsten ook geschikt zijn voor gebruik in Nederland. De inventarisatie heeft zich beperkt tot de omliggende gebieden van Nederland: België en de Duitse Deelstaten Nordrhein-Westfalen, Niedersachsen en Schleswig-Holstein. Van acht soorten kan uitgangs-materiaal uit deze gebieden worden aanbevolen voor Nederland. Van zomerlinde kan geen geschikt uitgangsmateriaal voor Nederland geselecteerd worden. De Duitse en Belgische herkomsten zullen in de eerstvolgende (7e) Rassenlijst voor Bomen worden vermeld.
No image available
Dit rapport geeft de resultaten van een herkomstentoets van de gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus). In totaal zijn negentien herkomsten afkomstig uit Nederland, Duitsland en België vergeleken voor de eigenschappen overleving, bladuitloop, diameter en hoogtegroei, stamrechtheid en vorken. De proef werd uitgevoerd op één proefveldlocatie in de provincie Flevoland (Nederland). Op basis van de resultaten worden er aanbevelingen gedaan voor het gebruik van de buitenlandse herkomsten voor aanplant in Nederland.
No image available
· 2008
Door de invoering van de nieuwe EU-richtlijn voor Bosbouwkundig Teeltmateriaal in 2003 is de behoefte aan goed zaad en teeltmateriaal van berk, boskers, els, es, esdoorn, haagbeuk, linde, robinia en tamme kastanje toegenomen. De richtlijn schrijft namelijk voor dat teeltmateriaal van de belangrijkste soorten bos- en haagplantsoen alleen verhandeld mag worden als het ras of de opstand geregistreerd staat in een nationale rassenlijst van een EU-lidstaat. Om te kunnen voorzien in voldoende teeltmateriaal hebben onderzoekers van Alterra de rassenlijsten van 19 EU-landen geanalyseerd op geschiktheid voor Nederlandse omstandigheden. Het onderzoek maakt duidelijk dat er van zachte berk, haagbeuk, kastanje en zomerlinde weinig uitgangsmateriaal voorhanden is in de EU. Voor els, es en tamme kastanje zijn de geschikte opstanden inmiddels opgenomen in de 8e Rassenlijst Bomen.
No image available
Dit rapport presenteert de resultaten van een vergelijkend gebruikswaardeonderzoek van zes rassen van de Canadapopulier (Populus x canadensis) uit Nederland en Frankrijk, met als doel een aanbeveling te doen over het toelaten van de rassen Polargo en Sanosol tot de categorie ‘getest uitgangsmateriaal’ (T) op de Rassenlijst Bomen. Het onderzoek is uitgevoerd op één proefveldlocatie in het Horsterwold in de provincie Flevoland (Nederland). De eigenschappen die geëvalueerd zijn, betreffen overleving, groei (hoogte en diameter), houtdichtheid en vals kernhout.