No image available
No image available
No author available
· 1979
No image available
No image available
No image available
No image available
No image available
No image available
Op 16 juli 2022 treedt de Verordening (EU) 2019/1009 (genaamd Fertilising Products Regulation, FPR) in werking,inzake het op de markt aanbieden van EU-bemestingsproducten. Dit leidt tot vragen over het nut of de noodzaak van het aanpassen van de Nederlandse Meststoffenwet. Via meststoffen worden onvermijdelijk ook contaminanten,zowel organische als anorganische, aangevoerd naar de bodem. In dit rapport worden effecten van de nieuwe Europese wetgeving op de vracht aan zware metalen berekend voor diverse scenario’s. De nadruk ligt daarbij op het kwantificeren van de mogelijke toekomstige vracht van metalen indien normen zoals opgenomen in de Fertilising Products Regulation sturend worden voor de kwaliteit van meststoffen. Deze vergelijken we met de huidige vracht en de vracht volgens de huidige Meststoffenwet, waarbij deels nieuwe gegevens van meststoffeng ebruikt worden. Daarnaast evalueren we de gevolgen van het toenemend gebruik van nieuwe grondstoffen voor meststoffen, zoals biochar, houtas en struviet zoals opgenomen in de FPR. Tot slot evalueren we de mogelijkheden van het gebruiken van maximum residue limits in food en feed als grondslag voor het afleiden van normen in meststoffen met het oog op risico’s voor mens en milieu.
No image available
No image available
De samenstelling van 41 organische bodemverbeteraars zoals bokashi en verschillende vormen van bewerkt en onbewerkt maaisel en/of blad uit het groenbeheer in de stad zijn gemeten in pilots aangesloten bij de stichting Circulair Terreinbeheer. In 2021 ligt daarbij de nadruk op het bepalen van de gehalten aan macro- en micronutriënten, organische stof en relevante contaminanten zoals metalen, fysieke verontreinigingen, PAK’s, dioxines, PFAS en residuen van bestrijdingsmiddelen. Deze data zijn nodig om een oordeel te kunnen vormen over de landbouwkundige en milieukundige geschiktheid van deze producten. Om de langjarige effecten op onder meer organische stof te kunnen schatten, is onder laboratoriumcondities de humificatiecoëfficiënt bepaald in een selectie van deze producten. Deze geselecteerde producten zijn ook in een drietal proefbedrijven van WUR (Lelystad, Vredepeel en De Marke) aangewend in een regulier landbouwkundig systeem met mais als productiegewas. In een randomized block design (72 plots per proefbedrijf) is daarbij onderzocht in welke mate de bodemverbeteraars invloed hebben op o.a. de microbiologische activiteit, de gehalten aan macrochemische parameters van de bodem (o.a. organische stof en pH) en op de gewasproductie.