No image available
In het Besluit emissiearme huisvesting zijn maximale emissiewaarden gesteld voor nieuw te bouwen stallen voor ammoniak en fijnstof. De grenswaarde voor vleeskuikenouderdieren voor ammoniak is per 2020 op 0,250 kg per dierplaats per jaar gesteld. Er is echter een gebrek aan praktische systemen die hier aan voldoen en ook tegemoet komen aan alle andere zaken op het gebied van milieu, economische haalbaarheid/betaalbaarheid, dierenwelzijn, toepasbaarheid, etc. In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van ammoniakemissiemetingen aan een mestbeluchtingssysteem voor vleeskuikenouderdieren met beluchtingsbuizen op de vloer van de mestput. De metingen werden uitgevoerd op een praktijkbedrijf met vleeskuikenouderdieren. In één stal van dit bedrijf is een mestbeluchtingssysteem ingebouwd bestaande uit beluchtingspijpen op de vloer van de mestkelder onder de beun waarmee de mest van onderaf werd gedroogd. Door deze droging werd beoogd de microbiële omzetting van urinezuur en onverteerde eiwitten naar ammoniak te remmen. Een vrijwel identieke stal op het bedrijf werd als controlestal gebruikt. De emissies van ammoniak uit twee stallen voor vleeskuikenouderdieren komen op respectievelijk 0,408 kg/dierplaats per jaar voor een stal met en 0,404 kg/dierplaats per jaar voor een stal zonder een mestbeluchtingssysteem. Het toepassen van het aangepaste beluchtingssysteem had op basis van deze waarden geen reducerend effect op de ammoniakemissie in stallen voor vleeskuikenouderdieren. Deze studie is uitgevoerd door Wageningen Livestock Research in opdracht van en gesubsidieerd door het Consortium Breeders In Balance en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
No image available
Ammoniak, lachgas, methaan en koolstofdioxide en geur emissies zijn gemeten bij de bewerking van kalverfeces door middel van toevoegen van ongebluste kalk en het mengen van deze kalk door de mest in een pilot installatie. De gemeten emissies aan ammoniak, lachgas, methaan en koolstofdioxide en geur waren relatief laag ten opzichte gemiddelde stalemissies. Het drogestof gehalte van het eindproduct lag lager dan van tevoren mogelijk geacht.
No image available
In dit pilotproject is ervaring opgedaan met het continu monitoren van ammoniak- en koolstofdioxideconcentraties, het stalklimaat, het ventilatiedebiet en de ammoniakemissie uit een opfokstal voor rosévleeskalveren met v-vormige keldervloer, mestschuif en urineafvoer. De monitoring is technisch gezien succesvol en zonder dataverlies verlopen gedurende 348 dagen (22-1-2021 tm 5-1-2022) en drie opfokrondes (rondes 1, 2 en 3). In ronde 1 waren mestschuif en urineafvoer buiten bedrijf: drijfmest accumuleerde tijdens de ronde. In rondes 2 en 3 waren mestschuif en urineafvoer wel in bedrijf. Concentraties van met name koolstofdioxide (CO 2) en in mindere mate ammoniak (NH3) kenden tijdspatronen waarin rondes gekarakteriseerd kunnen worden door a) een sterke terugval in concentraties tijdens de 3-4 dagen van vertrek van oudere kalveren en binnenkomst van nieuwe kalveren waarbij de deuren open staan, en b) een toename van concentraties met de leeftijd. De patronen suggereren verder dat de toename van concentraties wordt versterkt in het najaar wanneer ventilatiedebieten afnemen (indikking) en wordt afgevlakt in het voorjaar wanneer ventilatiedebieten toenemen (verdunning). Hoewel een 35% (proefronde 2) en 10% (proefronde 3) lagere ammoniakconcentratie werd gemeten (‘mestschuif en urinepomp aan’) ten opzichte van controleronde 1 (‘mestschuif en urinepomp uit’), bleek dit beeld in de berekende emissies niet langer te bestaan; de emissies van proefrondes 2 en 3 waren respectievelijk 36% en 6% hoger dan de emissie van controleronde 1. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat in proefrondes 2 en 3 de staltemperatuur en het ventilatiedebiet, twee factoren die de ammoniakemissie positief beïnvloeden, hoger waren dan in controleronde 1. De eerste indruk uit de verkregen data, uit het vergelijken van rondes binnen dezelfde stal, wijst niet in de richting van een substantiële vermindering van ammoniakemissie door de kelderuitvoering. Benadrukt moet worden dat het hier gaat om een ruwe vergelijking op basis van twee versus één opfokronde. Meer gegevens zijn nodig om conclusies te trekken over de effectiviteit van de kelderuitvoering om de emissie van ammoniak te verminderen.
No image available
Om de blootstelling aan fijnstof in veehouderijgebieden te verlagen zijn technieken nodig die de emissie uit pluimveestallen kunnen verminderen. In deze pilot zijn metingen verricht aan de absoluutfilters van Inno+/Plettenburg, geïnstalleerd in een leghennenstal. In afwijking van de meetprotocollen is er in de zogenaamde “fijnstof pilots” aan één (in plaats van twee) bedrijfslocaties gemeten. Uit de metingen blijkt dat het systeem de emissie van fijnstof (PM10) met gemiddeld 76% vermindert. Door leklucht te minimaliseren is waarschijnlijk een hoger reductiepercentage haalbaar.
No image available
In dit rapport worden de resultaten beschreven van emissiemetingen aan twee volièrestallen met biologische leghennen. De biologische legpluimveehouderij verschilt op een aantal punten van regulier gehouden pluimvee, dat gaf aanleiding om emissiemetingen uit te voeren in deze sector. Metingen zijn uitgevoerd in twee stallen met elk 12.000 bruine leghennen. De metingen bestaan uit T, RV, CO2, CH4, N2O, NH3, geur en PM10. Hier komen de volgende emissiewaardes uit: • Ammoniakemissie: 0,174 (± 0,075) kg/dierplaats per jaar • Methaanemissie: 17,6 (± 4,1) g/dierplaats per jaar • Fijnstofemissie: 89 (± 55) g/dier per jaar • Geuremissie: 0,449 OUE/dierplaats per seconde
No image available
Om de blootstelling aan fijnstof in veehouderijgebieden te verlagen zijn technieken nodig die de emissie uit pluimveestallen kunnen verminderen. In deze pilot zijn metingen verricht aan het DUSTion systeem van de firma’s Serutech-Agri en Optiklep, geïnstalleerd in een vleeskuikenstal. In afwijking van de meetprotocollen is er in de zogenaamde “fijnstof pilots” aan één (in plaats van twee) bedrijfslocaties gemeten. Uit de metingen blijkt dat het systeem de emissie van fijnstof (PM10) met gemiddeld 62% vermindert.
No image available
Om de blootstelling aan fijnstof in veehouderijgebieden te verlagen zijn technieken nodig die de emissie uit pluimveestallen kunnen verminderen. In deze pilot zijn metingen verricht aan het PMX Agri systeem van de firma StaticAir, geïnstalleerd in een vleeskuikenstal. In afwijking van de meetprotocollen is er in de zogenaamde “fijnstof pilots” aan één (in plaats van twee) bedrijfslocaties gemeten. Uit de metingen blijkt dat het systeem de emissie van fijnstof (PM10) met gemiddeld 26% vermindert.
No image available
Om de blootstelling aan fijnstof in veehouderijgebieden te verlagen zijn technieken nodig die de emissie uit pluimveestallen kunnen verminderen. In deze pilot zijn metingen verricht aan het DUSTion systeem van de firma's Serutech-Agri en Optiklep, geïnstalleerd in een vleeskuikenstal. In afwijking van de meetprotocollen is er in de zogenaamde "fijnstof pilots" aan één (in plaats van twee) bedrijfslocaties gemeten. Uit de metingen blijkt dat het systeem de emissie van fijnstof (PM10) met gemiddeld 62% vermindert
No image available
In opdracht van het ministerie van LNV is door Wageningen Livestock Research en Instituut Fysieke Veiligheid een inventarisatie uitgevoerd naar detectiesystemen die brandgevaarlijke afwijkingen in elektrische installaties en apparaten kunnen detecteren voordat daadwerkelijk brand uitbreekt, alsmede naar automatische blussystemen, beide voor toepassing in technische ruimten en/of dierverblijven van intensieve veehouderijen. Daarbij is een inschatting gemaakt van de toepasbaarheid en effectiviteit van deze systemen in veestallen, met het doel om de brandveiligheid te versterken en dierenleed te voorkomen. De inschatting van effectiviteit is, bij het ontbreken van harde kwantitatieve data, grotendeels gebaseerd op expert judgement. Het heeft een overzicht opgeleverd van perspectiefvolle preventieve detectie- en automatische blussystemen die in vervolgstappen en binnen een integrale aanpak aandacht verdienen.
No image available
In dit rapport worden de resultaten beschreven van ammoniak- en fijnstofemissiemetingen aan ECO Units, deze zijn onderdeel van het ECO Zero systeem. De metingen werden uitgevoerd op een praktijkbedrijf met vrije uitloop leghennen. Naast de stal zijn drie ECO Units aanwezig, dit zijn warmtewisselaars met een extra koel- en luchtwasfunctie. Met de koelfunctie kan in warme periodes de ingaande lucht gekoeld worden, waardoor minder ventilatiecapaciteit geïnstalleerd hoeft te worden. Door de uitgaande lucht te wassen met een zuur wordt de ammoniak in de ECO Unit gereduceerd. De manier van lucht inbrengen in de stal kan een verlagend effect hebben gehad op de fijnstofconcentratie in de stal. De hoge mate van mestbandbeluchting kan de ammoniakemissie vanaf de mestband hebben verlaagd. Uit de meetresultaten komt een ammoniakreductie van 77% en een fijnstofreductie van 56% door de ECO Units.