No image available
Mysid shrimps such as the marine Americamysis bahia have become a subject of interest in ecotoxicological research as they appear to react rather more sensitive to exposure to plant protection products than previously tested freshwater macroinvertebrates. Although it is curious that in the freshwater risk assessment of plant protection products a marine species is used, the interesting question is whether its observed sensitivity can actually be a representation of a response that has not yet been identified by testing relevant freshwater macroinvertebrates. As the order of the mysid shrimps also contains several freshwater species, this project focussed on the development of a laboratory test with freshwater Mysids. For this purpose, holding and culturing conditions needed to be investigated first in order to keep the animals in the lab properly. This report is an account of the different attempts of culturing and holding the freshwater mysid Limnomysis benedenii in the laboratory of Wageningen Environmental Research.
No image available
Doel van deze notitie is om een verkenning te doen naar de bruikbaarheid van de zogenaamde Species Sensitivity Distributies (SSD) voor terrestrische arthropoden en bodemorganismen binnen de risicobeoordeling van gewasbeschermingsmiddelen. Deze verkenning maakt gebruik van de ECOTOX- database van de Amerikaanse Environmental Protection Agency (US EPA), waaruit voor enkele pesticiden een extractie is gemaakt van toxiciteitseindpunten voor terrestrische evertebraten, voor zowel soorten die in de bodem als soorten die bovengronds leven. Op basis van een genormaliseerde doseringseenheid zijn de eindpunten gesorteerd op gevoeligheid, voor een zo divers mogelijke groep terrestrische evertebraten. Hiermee willen we inzicht creëren of er i) genoeg gegevens beschikbaar zijn om SSD’s te maken, ii) of bodemorganismen over het algemeen meer of minder gevoelig zijn dan bovengronds levende niet-doelwit arthropoden en iii) of een samengevoegd bestand van NTA en bodemorganismen extra informatie oplevert over de drempelwaarde waarbij minder dan 5% van de soorten wordt beïnvloed.
No image available
In 2019 verscheen een rapport van Buijs en Samwel-Mantingh waarin een mogelijke relatie gelegd werd tussen de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen en diergeneesmiddelen in mest van landbouwhuisdieren en de afname van weidevogels t.g.v. een afname in evertebraten (o.a. wormen en insecten) als voedselbron voor deze vogels. In deze verdiepende analyse van de gerapporteerde concentraties wordt onderzocht hoe betrouwbaar de gemeten concentraties zijn, of er een mogelijk risico voor bodemevertebraten van individuele stoffen en mengsels is en wat mogelijke routes van deze stoffen naar mest zijn
No image available
No author available
· 2021
No image available
· 2019
Aan Wageningen Universiteit & Research is gevraagd om een onderzoek uit te voeren naar 3 deelvragen: 1). Wat is er in Almere beschikbaar aan eetbaar groen?, 2). Wat is de huidige praktijk van het eetbaar groen en blauw in Almere? en 3). Hoe kan het aanbod aan eetbaar groen en blauw ten volle worden benut en verder worden uitgebouwd?
No image available
De invloeden van klimaatverandering en klimaatadaptatiemaatregelen op stadswaterkwaliteit zijn bij veel partijen, zoals gemeenten, nog onvoldoende in beeld en onder de aandacht gebracht. Daarnaast bestaan er nog veel onzekerheden over deze invloeden. Hierdoor wordt het lastig om in te schatten hoe bestaande risico’s gaan veranderen, of welke nieuwe risico’s gaan ontstaan. Verschillende aspecten van dit probleem zijn belicht in eerdere projecten. Het Stedelijke Waterkwaliteit, Klimaat en Adaptatie (SWKA) project bouwt hierop voort. Het doel van dit project was om, in samenwerking met gemeenten en waterschappen, beter inzicht te krijgen in de effecten van klimaatverandering en adaptatiemaatregelen op waterkwaliteit, en om advies te bieden om met deze effecten om te gaan. Hierbij is gekeken naar zowel ecologische functies als gebruiksfuncties van stedelijk water.
No image available
Om het vangen van invasieve uitheemse Amerikaanse rivierkreeften makkelijker te maken, wordt er gezocht naar alternatieve vangmiddelen die breed inzetbaar zijn. In een eerste open ‘Rivierkreeften Challenge’ georganiseerd door het Hoogheemraadschap van Delfland werden veel ideeën voor innovatieve vangmethodes opgehaald. Enkele hiervan zijn doorontwikkeld en getest onder gecontroleerde veldomstandigheden in de proefsloten op het Sinderhoeve complex van Wageningen Environmental Research. Invangen, vasthouden (retentie) van rivierkreeften en mogelijke bijvangsten van de zogenaamde sleufval, paraplukorf en vierkante kreeftenfuik zijn onderzocht en vergeleken met een regulier vangtuig: de schietfuik.