No image available
Een van de doelen van de Kennisimpuls waterkwaliteit (KIWK) is het kwantificeren van de effectiviteit van lokale maatregelen in verschillende watertypen op verschillende organismengroepen. In dit document is de effectiviteit van de hermeander in het dynamisch beekdal van de Aa op de macrofaunagemeenschap geanalyseerd. Er kan worden geconcludeerd dat het beekherstel meander Assendelft niet heeft geresulteerd een toename van macrofauna soorten die indicatief zijn voor beekkenmerken
No image available
Dit rapport doet verslag van een literatuuronderzoek naar de rol van eutrofiëring in stromende wateren. De gepresenteerde inzichten laten zien dat nutriënten, in tegenstelling tot wat vaak wordt aangenomen, volgens de onderzoekers wel degelijk een belangrijke sleutelfactor zijn in beken. Dit onderzoek maakt onderdeel uit van de Kennisimpuls Waterkwaliteit KIWK.
No image available
Fytoplankton heeft echter een zeer korte levensduur waardoor algenbloei zeer variabel kan zijn over tijd.
No image available
Een van de doelen van de Kennisimpuls waterkwaliteit (KIWK) is het kwantificeren van de effectiviteit van lokale maatregelen in verschillende watertypen op verschillende organismengroepen. In dit document wordt de effectiviteit van een pakket van nutriënt reducerende maatregelen op de algenrespons in de Leijen geanalyseerd. Er kan worden geconcludeerd dat er een afname in algensoorten die indicatief zijn voor voedselrijke omstandigheden, maar dat de vermindering in eutrofiering waarschijnlijk al ruim voor de start van de eerste herstelmaatregelen is begonnen.
No image available
De sloten in het Wormer- en Jisperveld hebben een slechte waterkwaliteit en een gebrek aan structuren. De veenafbraak en de belasting met nutriënten hebben geleid tot een slechte waterkwaliteit en daarmee ongunstig leefmilieu voor veel macrofaunasoorten. De ontwikkelingen in dit gebied over de jaren 1983-2017 laten geen temporele trends zien. De effecten van de in de periode 2012-2015 uitgevoerde baggerwerkzaamheden (grootschalig baggeren en aanleggen baggerbuffers) in het Wormer- en Jisperveld konden met de beschikbare macrofaunagegevens niet worden geanalyseerd omdat er te weinig data beschikbaar zijn van na 2015. De kans dat er effecten opgetreden zijn worden echter laag ingeschat omdat de veenveraarding en daarmee nieuwe baggervorming een continu proces zijn en de maatregelen snel teniet zullen doen. Om veenafbraak te voorkomen mag de bodem niet te droog worden. Er zijn meerdere mogelijke maatregelen die de veenoxidatie en eutrofiëring kunnen verminderen. Met (onderwater)drukdrainage kan de veraarding worden verminderd. Droge landbouw kan worden vervangen door bijvoorbeeld paludicultuur, natte teelten en ook kan functiewijziging plaatsvinden. Met het laatste kunnen veenmosweides en veenmos gedomineerde hoogveennatuur worden gestimuleerd.
No image available
Een van de doelen van de Kennisimpuls waterkwaliteit (KIWK) is het kwantificeren van de effectiviteit van lokale maatregelen in verschillende watertypen op verschillende organismengroepen. In dit document wordt de effectiviteit van extensivering van onderhoud op de macrofaunarespons in de Chaamse beken geanalyseerd. De macrofaunagemeenschap laat een habitat gebonden verandering op beide trajecten zien sinds de verandering in onderhoud eind jaren ’90. Tot ongeveer 1995 was de macrofaunagemeenschap op beide trajecten vergelijkbaar. Door in het beschaduwde deel onderhoud te extensiveren zijn er habitats gecreëerd voor taxa met een preferentie voor hogere stroomsnelheden. De erosie van de oevers van de beek duiden op grote wisseling in de waterafvoer. Er treden waarschijnlijk hoge afvoerpieken op, waardoor positieve KRW indicatoren beperkt kunnen voorkomen en de EKR score weinig is verbeterd. Door benedenstrooms in banen te maaien zijn er habitats gecreëerd voor taxa met een preferentie voor hogere stroomsnelheden en taxa met preferentie voor waterplanten en slib. De aanwezigheid van waterplanten en slib heeft ook tot een toename in negatieve KRW indicatoren geleidt, waardoor een verbetering in de EKR score benedenstrooms beperkt blijft. In het beschaduwde deel van de beek kan de stroomgeul worden verondiept met bijvoorbeeld lage bodemdrempels en verzanding. Extra maatregelen in het benedenstroomse deel zouden zich erop moeten richten om stroombaan maaien overbodig te maken. Daarvoor is een mogelijkheid om een kleiner profiel aan te leggen. Parallel met een kleiner profiel zou extra aanplant van bomen meer schaduw geven zodat waterplanten nog beperkt tot ontwikkeling komen. Aanbevolen wordt om de hydromorfologische processen in het gehele gebied te verbeteren door middel van het bovenstrooms langer water conserveren, vasthouden en bergen en vertraagd laten afvoeren. Met plekken voor inundatie bij eventuele extreme piekafvoeren zou het gebied in droge zomers natter blijven, geen wateroverlast optreden en de KRW doelen dichterbij brengen.
No image available
· 2020
Een van de doelen van de Kennisimpuls waterkwaliteit (KIWK) is het kwantificeren van de effectiviteit van lokale maatregelen in verschillende watertypen op verschillende organismengroepen. In dit document is de effectiviteit van de herinrichting van de Lunterse beek op de macrofaunagemeenschap geanalyseerd. Er kan worden geconcludeerd dat er weinig veranderingen is in de macrofaunagemeenschap na het uitvoeren van de maatregelen ten op zichtte van het bovenstroomse traject waar geen herstelmaatregelen zijn uitgevoerd.
No image available
Een van de doelen van de Kennisimpuls waterkwaliteit (KIWK) is het kwantificeren van de effectiviteit van lokale maatregelen in verschillende watertypen op verschillende organismengroepen. In dit document is het effect op de macrofauna- en algengemeenschap door de aanpassing van de RWZI in de Dommel benedenstrooms van Eindhoven geanalyseerd. Het onderzoekstraject in de Midden- en Beneden-Dommel van 21 km loopt vanaf de rioolwaterzuivering Eindhoven tot Sint Oedenrode door natuurgebieden afgewisseld met stedelijk gebied. Om de waterkwaliteit te verbeteren, is de RWZI Eindhoven gerenoveerd en deze was vanaf 2008 goed draaiende. Daarnaast zijn de afgelopen jaren ook nog maatregelen in de keten genomen, door slimmer gebruik te maken van sturing in de afvalwaterketen. De renovatie van de RWZI in 2008 ging samen met een geleidelijke verandering in de macrofaunagemeenschap. Ook in het controletraject bovenstrooms is de macrofaunagemeenschap op vergelijkbare wijze veranderd. De afname in abundantie van Tubificidae duidt op een afname in organische belasting. Enkele taxa vertonen een verschillend effect in het voor- en najaar. In het voorjaar is het effect van stroming in de winter zichtbaar waardoor het slib vermindert, terwijl in het najaar de waterplanten zijn ontwikkeld en verslibbing optreedt. Sinds 2010 was geen duidelijke verandering in de diatomeeëngemeenschap waarneembaar en enkele soorten in het hersteltraject zijn kenmerkend voor saprobe en zuurstofarme omstandigheden. Over het gehele hersteltraject zijn ieder jaar incidenten met zuurstofconcentraties onder de 3 mg/L. Deze ontstaan zowel door de RWZI van Eindhoven en overstorten benedenstrooms daarvan. Soorten kunnen stress ondervinden van de daling in zuurstofconcentraties onder de 3 mg/L. Samenvattend duiden de waargenomen trends in de ontwikkeling van de beekgemeenschap meer op een stroomgebiedsbredere ontwikkeling dan een die toe te schrijven is aan de maatregel. Op basis van de macrofauna en diatomeeën data is het daarom aan te bevelen om aanvullende maatregelen te nemen ten behoeve van de stroomsnelheid en vermindering in organische belasting.
No image available
Een van de doelen van de Kennisimpuls waterkwaliteit (KIWK) is het kwantificeren van de effectiviteit van lokale maatregelen in verschillende watertypen op verschillende organismengroepen. In dit document wordt de effectiviteit van een pakket van fosfor reducerende maatregelen op de algenrespons in het Nannewiid geanalyseerd. Er kan worden geconcludeerd dat de algengemeenschap een sterke verandering laat zien na de herstelmaatregelen waarin taxa indicatief voor voedselrijke omstandigheden zijn afgenomen wat duidt op een vermindering in eutrofiëring van het Nannewiid.
No image available
· 2022
Sinds de invoering van de Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn veel maatregelen genomen om de waterkwaliteit te verbeteren. Parallel aan de uitvoering is monitoring naar de effecten van deze maatregelen uitgevoerd. Over deze metingen zijn veel rapporten, memo’s en notities verschenen. In dit rapport zijn de verzamelde monitoringdata met wetenschappelijke criteria getoetst op geschiktheid voor nadere analyse. In totaal zijn 40 datasets geanalyseerd om de vraag te beantwoorden wat de ecologische effectiviteit van de getroffen maatregelen is. Dit is gebeurd in het kader van het project Ecologie van de Kennisimpuls Waterkwaliteit.