No image available
No image available
No image available
No image available
No image available
· 2018
The National Emission Model for Agriculture (NEMA) is used to calculate emissions to air from agricultural activities in the Netherlands on a national scale. Emissions of ammonia (NH3) and other N-compounds (NOx and N2O) are calculated from animal housing, manure storage, manure application and grazing using a Total Ammoniacal Nitrogen (TAN) flow model. Furthermore, emissions from application of inorganic N fertilizer, compost and sewage sludge, cultivation of organic soils, crop residues, and ripening of crops are calculated. NEMA is also used to estimate emissions of methane (CH4) from enteric fermentation and manure management, particulate matter (PM) from manure management and agricultural soils and carbon dioxide (CO2) from liming. Emissions are calculated in accordance with international guidance criteria and reported in an annual Informative Inventory Report (IIR; for air pollutants) and National Inventory Report (NIR; for greenhouse gases). This methodology report describes the outline and backgrounds of the emission calculations with NEMA
No image available
No image available
· 2017
Landbouwkundige activiteiten zijn in Nederland een belangrijke bron van ammoniak (NH3), stikstofoxide (NO), lachgas (N2O), methaan (CH4) en fijnstof (PM10 en PM2,5). De emissies in 2015 zijn berekend met het National Emission Model for Agriculture (NEMA). Tegelijk zijn enkele cijfers in de reeks 1990-2014 aangepast op basis van nieuwe inzichten. De rekenmethodiek gaat bij de berekening van de ammoniakemissie uit dierlijke mest uit van de hoeveelheid totaal ammoniakaal stikstof (TAN) in de mest. De ammoniakemissie uit dierlijke mest, kunstmest en overige bronnen in 2015 bedroeg 117,6 miljoen kg NH3, vrijwel gelijk aan het cijfer van 2014 (117,3). De stikstofuitscheiding nam toe, voornamelijk door uitbreiding van de melkveestapel, maar door meer emissiearme huisvesting, een grotere mestafzet buiten de landbouw en een groter aandeel mestinjectie bij mesttoediening resulteerde dit niet in hogere ammoniakemissies. De N2O-emissie nam iets toe van 20,0 miljoen kg in 2014 naar 20,6 miljoen kg in 2015. De NO-emissie nam toe van 17,8 naar 18,7 miljoen kg. De methaanemissie nam door de groei van de melkveestapel toe van 503 tot 520 miljoen kg. De emissie van fijnstof nam licht toe van 6,4 miljoen kg PM10 tot 6,5 miljoen kg door een toename van het aantal stuks pluimvee. De emissie van PM2,5 bedroeg in beide jaren 0,6 miljoen kg. Sinds 1990 is de ammoniakemissie uit dierlijke mest en kunstmest met twee derde gedaald, vooral door een lagere stikstofuitschei- ding door landbouwhuisdieren en emissiearme mesttoediening. Emissies van lachgas en stikstofoxide daalden in dezelfde periode eveneens, maar minder sterk (35% respectievelijk 40%) omdat door ondergronds toedienen van mest de emissies hoger zijn geworden en door de omschakeling van stalsystemen met dunne naar vaste mest bij pluimvee. Tussen 1990 en 2015daalde de emissie van methaan met 14% door een afname van de dieraantallen en hogere efficiënties van melkvee.
No image available
· 2017
Landbouwkundige activiteiten zijn in Nederland een belangrijke bron van ammoniak (NH3), stikstofoxide (NO), lachgas (N2O), methaan (CH4) en fijnstof (PM10 en PM2,5). De emissies in 2014 zijn berekend met het National Emission Model for Agriculture(NEMA). Tegelijk zijn enkele cijfers in de reeks 1990-2013 aangepast op basis van nieuwe inzichten. De rekenmethodiek gaatbij de berekening van de ammoniakemissie uit dierlijke mest uit van de hoeveelheid totaal ammoniakaal stikstof (TAN) in demest. De ammoniakemissie uit dierlijke mest, kunstmest en overige bronnen in 2014 bedroeg 121 miljoen kg NH3, bijna4 miljoen kg meer dan in 2013. De stijging komt voornamelijk door uitbreiding van de melkveestapel en een hogerstikstofgehalte van het ruwvoer. De N2O-emissie nam toe van 19,1 miljoen kg in 2013 naar 19,4 miljoen kg in 2014. De NOemissienam toe van 16,9 naar 17,2 miljoen kg. De methaanemissie nam iets toe van 499 tot 503 miljoen kg. De emissie vanfijnstof nam licht toe van 6,3 miljoen kg PM10 tot 6,4 miljoen kg, door een toename van het aantal stuks pluimvee. De emissievan PM2,5 bedroeg in beide jaren 0,6 miljoen kg. Sinds 1990 is de ammoniakemissie uit dierlijke mest en kunstmest mettweederde gedaald, vooral door een lagere stikstofuitscheiding door landbouwhuisdieren en emissiearme mesttoediening. Emissies van lachgas en stikstofoxide daalden in dezelfde periode eveneens, maar minder sterk (ca. 40%) omdat doorondergronds toedienen van mest de emissies hoger zijn geworden en door de omschakeling van stalsystemen met dunne naarvaste mest bij pluimvee. Tussen 1990 en 2014 daalde de emissie van methaan met 16% door een afname in de dieraantallenen een hogere voeropname en productiviteit van melkvee.