No image available
Changing from low- to mid- and high-tech greenhouses and from soil to soilless cultivation require adapted cultivation measures for tomato and sweet pepper. Major differences are the automated regulation of ventilation (opening of windows), radiation (using screens or whitewash), fertigation and irrigation, a high wire plant training system and plant propagation in substrate. All topics are extensively described. A checklist for the grower facing all these new and unknown phenomena is added to minimize the chance on mistakes.
No image available
In this study a greenhouse has been designed for optimal production in the coastal area close to Algiers. Data showed that there are two main options for optimal production of tomatoes and similar products like cucumber. A choice can be made for winter production in a heated greenhouse or summer production with air-conditioning and CO2 injection. The estimated production is fairly similar for both seasons but the costs for summer production are 30% higher. The investment costs for the summer production scenario are higher but running costs are lower, since in summer less additional water and energy are needed for the production. To reduce the use of water and related costs we recommend to grow on substrate, re-circulate the water and collect the rainwater in a water basin. The growth of salad or strawberries might be an alternative for cultivation in early winter or early spring in greenhouses without heating.
No image available
· 2019
Water use efficiency in agriculture is crucially important in (semi-arid) regions. Greenhouse technology helps by combining a similar water consumption at a much higher yield, a better livelihood and labour opportunities. In this project, a demo centre was designed to disseminate innovations directly to growers. Design was based on computer simulations using local climate data. Two improved, span shaped, greenhouses and two traditional tunnels have been constructed in the Bekaa Valley. Cultivation is both in soil and in substrate, thus showing four steps in innovation. Cultivation started in April 2018 with tomatoes, followed by cucumber in October. Due to the limited project and growing period only preliminary conclusions can be drawn. The improved greenhouses showed a 3° higher night temperatures in April due to passive heating, the climate in summer and autumn was similar to the traditional greenhouses. The tomato production in the improved tunnels was 40% higher, mainly due to improved pollination. The effects on water use efficiency could not be demonstrated yet due to technical problems.
No image available
· 2023
In this report, we present an analysis of the consequences of the European authorization policy for plant protection products within the context of the implementation of the Farm to Fork Strategy for Dutch greenhouse horticulture. We analyse European and Dutch crop protection policy and explore the consequences of the expected decrease in the number of approved plant protection products for five crops: tomato, cucumber, gerbera, chrysanthemum and Phalaenopsis. Based on these cases, we make an analysis for the entire greenhouse horticulture sector. Afterwards, we provide an overview of current and future developments in sustainable crop protection methods. Finally, we present conditions that can be imposed on the government, suppliers, buyers, researchers and advisers, and the greenhouse horticulture sector itself, which contribute to a setting in which greenhouse growers are able to continue to make crop protection more sustainable in an economically responsible manner.
No image available
No image available
· 2022
Dit rapport levert een inventarisatie van groeimedia, gericht op mogelijkheden voor het aanpassen van de weerbaarheid, en een context en maatregelen waarmee telers de weerbaarheid van alternatieve groeimedia (niet bodem) kunnen verhogen. Het geeft richting aan de acties door partijen van het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming om potentieel kansrijke groeimedia en maatregelen structureel te adresseren in praktijk en onderzoek. Het betreft specifiek die groeimedia en maatregelen met potentie voor de Nederlandse teeltsituatie. De aanleiding vormt een actie van het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming(UP GB) en past onder het MMIP A2. Groeimedia dragen bij aan een weerbaar, actief en divers microbioom,mits afgestemd op bijdragen van de plant, organische meststoffen en organische toevoegingen. Temperatuur, watergehalte, zuurgraad en zuurstofaanvoer moeten daarop geoptimaliseerd zijn. Sommige bestanddelen van groeimedia-mengsels hebben in lage hoeveelheden een nuttige, maar in hoge hoeveelheden een schadelijke invloed.
No image available
No image available
Biostimulanten worden steeds vaker gebruikt in de land- en tuinbouw, omdat gezocht wordt naar methoden om gebruik van kunstmatige meststoffen en pesticiden te beperken. Deze producten kunnen microbiële, nietmicrobiële stoffen of combinaties van deze ingrediënten bevatten. Biostimulanten zijn gedefinieerd als een product dat de plantenvoedingsprocessen stimuleert, onafhankelijk van het nutriëntengehalte van het product, met als enige doel: het gebruik van nutriënten door de plant efficiënter te maken, de tolerantie tegen abiotische stress te verhogen, de kwaliteitskenmerken te verbeteren, en de beschikbaarheid van in de bodem of in de rhizosfeer vastgehouden nutriënten te vergroten. In dit rapport worden de verschillende typen microbiële en niet-microbiële biostimulanten beschreven en wordt ingegaan op de kennis die beschikbaar is over hun werkingsmechanismen. Uit dit overzicht blijkt dat de mechanismen achter de werking van deze producten verschillen maar er ook veel overlap is (Figuur 1). Tevens zien we dat veel producten een effect hebben op zowel de weerbaarheid tegen abiotische als biotische stress d.m.v. effecten op planthormonen en inhoudsstoffen van de plant of door effecten op de bodemweerbaarheid (microbioom). Ondanks de enorme hoeveelheid kennis, die de afgelopen jaren is verzameld over biostimulanten, blijven er nog veel openstaande vragen en obstakels bij de toepasing. De belangrijkste obstakels voor de praktijk zijn onduidelijkheid over de exacte samenstelling van producten, en over de omstandigheden (bv. abiotische condities, gewas, groeifase) waaronder de producten werkzaam zijn.
No image available
· 2020
De lage plaagtolerantie, het totaaloogst systeem, de korte teeltduur en de koele teeltomstandigheden in eenjarige zomerbloeiers zijn een uitdaging voor biologische bestrijding. Het doel van het hier beschreven onderzoek was het ontwerpen en testen van een systeemaanpak voor plaagbestrijding in eenjarige zomerbloeiers op basis van functionele biodiversiteit. Als eerste stap is er een overzicht gemaakt van de belangrijkste soorten plagen en bestrijders en de potentiele kansen en knelpunten voor een systeemaanpak voor plaagbestrijding in eenjarige zomerbloeiers. Uit het onderzoek bleek dat het afwisselen van rijen met bladluis-gevoelige en bladluis-resistente eenjarige zomerbloeiers de verspreiding van bladluis kon remmen. In een tweede experiment stond een strategie rondom de populatie-opbouw van de roofwants Macrolophus pygmaeus in opeenvolgende teelten van eenjarige zomerbloeiers binnen een bedrijf centraal. Om een populatie M. pygmaeus op het bedrijf op te bouwen moet al in de winterperiode worden begonnen. Pelargonium vormt, met de juiste keuze voor soort en cultivar, een goede waardplant voor een vroege opbouw van een M. pygmaeus populatie. Om deze populatie effectief in te kunnen zetten op de plekken waar ze nodig is, is er een ‘transport’ systeem nodig om deze roofwantsen te verplaatsen. Dit ‘transport’systeem moet nog verder worden ontwikkeld.