The linear use of land is informed by economic activities, often resulting in depleting or polluting characteristics, which eventually lead to land abandonment. For land use to become circular, more so regenerative, the land must be remediated in ways through which it becomes usable and useful again. Especially given the modern demands for the lands we cultivate, it becomes increasingly important to think of ways to restore and revitalise sites once contaminated. Phytoremediation is a natural process in which plants are used to remediate contamination, and therefore opens the possibility for a net-positive balance. The actual removal rate of heavy metals and other forms of pollution might be low, but the process of phytoremediation has a wide variety of benefits which can become key to accelerate the transition from contaminated sites into a new phase of land use. As an integrated ecosystem process, phytoremediation could offer a plethora of positive side-effects, by for instance improving the local biodiversity through a careful selection of plant species. Furthermore, it could prevent wind- and water-erosion and in synergy make lands useful for ecological, economic, and social activities. This paper addresses the basic soil remediation aspects of phytoremediation, whilst offering an onlook into the additional benefits of such plants within the context of ecosystem value. These key benefits of phytoremediation are subdivided into ecological, economic, social, and technical aspects. Together, these aspects make phytoremediation useful as an accelerator from contaminated site to a new phase of land use. Transforming linear land use into circular land use and contributing to sustainable land use practices.

Staatsbosbeheer probeert natuurinclusieve landbouw te stimuleren door aan een aantal boeren langjarig grond te verpachten onder de voorwaarde dat zij hun bedrijfsvoering aanpassen. Dit rapport beschrijft de interdisciplinaire methoden van monitoring van zeventien van deze landbouwbedrijven.

Het ministerie van LNV is mogelijkheden aan het verkennen om de aanplant van agroforestry in Nederland te stimuleren. Om het ondersteunen van aanplant te vergemakkelijken, wordt onderzocht of agroforestry kan worden opgenomen in de Catalogus Groenblauwe Diensten. Er bestaan echter zorgen over agroforestry als mogelijke introductieroute voor invasieve exoten. Deze kunnen zich namelijk snel verspreiden en vermeerderen buiten een agroforestry-perceel en daar inheemse soorten verdringen. Het ministerie van LNV heeft daarom gevraagd om richtlijnen op te stellen voor agroforestry in het kader van de risicobeperking van invasieve exoten op de Nederlandse natuur.

De BiodiversiteitsMonitor Akkerbouw (BMA) meet met Kritische Prestatie Indicatoren (KPI) de bijdrage van akkerbouwers aan het creëren van gunstige condities voor biodiversiteit in en rondom de akker. Dit rapport beschrijft de resultaten van de praktijktoets met zestien akkerbouwers. De databeschikbaarheid en rekenregels voor de KPI’s zijn hierbij getest.

De Biodiversiteitsmonitor Akkerbouw (BMA) is een instrument dat door middel van Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) de prestaties voor biodiversiteit meet van een akkerbouwbedrijf. KPI’s drukken condities uit die cruciaal zijn voor biodiversiteit op en om akkerbouwbedrijven en waarop boeren direct invloed kunnen uitoefenen met maatregelen. Dit rapport beschrijft voor elke KPI de drempel- en streefwaarden zodat scores van bedrijven geduid kunnen worden ten opzichte van doelen.