No image available
· 2021
In deze rapportage is geïnventariseerd welke bestaande en nieuwe technologie perspectief biedt voor toepassing in productieprocessen voor het verwaarden van mest en welke knelpunten optreden bij de implementatie van deze technologie. Technieken zijn beschreven, beoordeeld en ingedeeld in de volgende categorieën: reguliere technieken, technieken met hoogwaardige producten buiten de mestmarkt, optimalisaties van bekende mestverwerking en doorbraaktechnieken. De technieken in de categorieën optimalisaties en doorbraaktechnieken zijn door experts beoordeeld. Geformuleerd is welke technieken nader onderzoek verdienen. De voorliggende inventarisatie levert een breed scala aan technieken op waarvan de implementatie sterk afhangt van de beleids- en marktomstandigheden, en van het doel waarvoor men ze wil inzetten.
No image available
Naar aanleiding van de resultaten van een eerdere studie naar varkensmestverwaarding in het kader van het project NL Next Level mestverwaarden zijn een aantal verdiepende onderzoeken uitgevoerd. Hiervoor zijn een emissiemodel en een massabalans en kostenraming voor mestverwerking opgesteld. Er zijn scenario’s doorgerekend, waarbij vooral gekeken is naar verschillende stalsystemen(sneller mest afvoeren, emissie reducerende maatregelen en scheiding urine en feces) en de effecten op ammoniak en broeikasgasemissies en de haalbaarheid van de mestverwerking.
No image available
No image available
In het kader van het project NL Next Level mestverwaarden is onderzoek uitgevoerd naar emissies, massabalansen en kosten voor verschillende mestbewerkingsopties op rundveebedrijven. Hiervoor zijn een emissiemodel en een massabalans en kostenraming voor mestverwerking opgesteld. Er zijn scenario’s doorgerekend, waarbij vooral gekeken is naar verschillende stalsystemen (sneller mest afvoeren, emissie reducerende maatregelen en scheiding urine en feces) in combinatie met al dan niet mestbewerken en wat daarvan de effecten zijn op ammoniak en broeikasgasemissies vanaf het uitscheiden van mest tot en met de aanwending van mestproducten.
No image available
Het project NL Next level mestverwaarden zoekt naar mogelijkheden om bemestingsproducten uit dierlijke mest te maken met een meerwaarde. Voor varkensmest is alreeds een studie gedaan naar verschillende stalsystemen en mestverwerkingssystemen. Een vergelijkbare studie is uitgevoerd voor rosé- en blankvlees kalvermest. Hiervoor zijn een emissiemodel en een massabalans en kostenraming voor mestverwerking opgesteld. Er zijn scenario’s doorgerekend, waarbij vooral gekeken is naar verschillende stalsystemen (sneller mest afvoeren, emissie reducerende maatregelen en scheiding urine en feces) en de effecten op ammoniak en broeikasgasemissies en de economische haalbaarheid van de onderzochte mestverwerking scenario’s.
No image available
Centrale verwerking van dagverse mest of in gier en feces gescheiden mest van melkvee-, varkens- en kalvermest leidt in tegenstelling tot de verwerking van drie maanden oude mest tot lagere minimale tarieven die een veehouder aan de mestverwerker moet betalen om zijn mest af te kunnen voeren (zogeheten poorttarieven). Afvoeren van dagverse of gescheiden mest vereist innovatieve stalsystemen, zoals mestbanden en -schuiven onder de roosters of dagelijks mest spoelen met verse mest of ammoniakarmevloeistof. Naast een mogelijk verlaagd poorttarief leiden deze stalsystemen ook tot lagere ammoniak- en/of broeikasgasemissies in de stal. Een transitie van de huidige mestverwerkingsmarkt naar een centrale mestverwerking van dagverse of gescheiden mest sluit aan bij de huidige klimaatdoelen voor minder uitstootin de veehouderij. De verlaagde poorttarieven die hierbij gehanteerd kunnen worden, kunnen worden ingezet om deze transitie voor een gedeelte te bekostigen. In dit rapport is onderzocht welke stalsystemen met dagontmesting of scheiding van gier en feces op dit moment (bijna) praktijkrijp zijn en aansluiten bij de transitie in de mestverwerking. Verder is berekend wat de investeringsruimte is die vrijkomt door de verlaging in poorttarieven die gehanteerd kunnen worden bij verwerking dagverse of gescheiden mest. Uit de berekeningen blijkt dat voor enkele stalsystemen en diercategorieën een investeringsruimte ontstaat door het verlaagde poorttarief en eventuele vermarkting van methaanemissiebesparingen op de vrijwillige carbon markt. Hiermee zou een deel van de realisatie van het stalsysteem kunnen worden bekostigd.
No image available
In deze verkennende studie zijn de technische en economische haalbaarheid van een aantal mestverwerkingsroutes vastgesteld door middel van het opstellen van technische flowschema’s, massabalansen en kostenramingen. Daarnaast is van de verschillende mestverwerkingsroutes beoordeeld of er knelpunten zijn te verwachten op het gebied van duurzaamheid. Geconcludeerd is dat de voor landbouw gewenste dierlijke mest producten gemaakt kunnen worden maar dat de samenstelling van de eindproducten niet altijd gelijk zijn met het gewenste. Ondanks de meerwaarde van de mestproducten zijn poorttarieven nodig om de businesscase haalbaar te maken. Schaalvergroting, uitgaan van een additionele activiteit (dus niet van greenfield) en het opnemen van een vergistingsstap hebben een positief effect op de financiële haalbaarheid.
No image available
Deze studie richt zich op het modelmatig doorrekenen van verschillende scenario’s van mestbewerking voor energiecoöperatie Wijnjewoude. Hierbij is gekeken naar de mogelijkheid voor gezamenlijke monomestvergisting van 26 melkveehouderijbedrijven en in hoeverre ammoniak- en broeikasgasemissies kunnen worden gereduceerd. Wanneer drijfmest dagelijks wordt verwijderd uit de stal, na een korte opslagtijd wordt vergist en het digestaat gestript, kan er een ammoniak emissiereductie van 46% worden gehaald over de gehele keten, als ook een broeikasgas emissiereductie van 78% (enterische emissie uitgesloten). Echter is dit sterk afhankelijk van het gekozen emissiearme stalsysteem en hoe snel drijfmest wordt verwijderd uit de stal en verder verwerkt. Verder kan, bij de aanname dat RENURE meststoffen ingezet mogen worden als kunstmest, een kunstmestbesparing van 160 ton per jaar worden behaald (gelijk aan ca. € 700.000) en kan met het centraal vergisten van mest en opwerken naar groengas een equivalent van 1.786 ton CO2-emissie worden voorkomen.