No image available
No image available
· 2021
In veel regionale oppervlaktewateren belemmert de belasting met stikstof en fosfor de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water. De uit- en afspoeling vanaf landbouwgronden heeft hierin een grote bijdrage. En in diverse grondwaterbeschermingsgebieden spoelt nog te veel nitraat van de landbouwgronden naar het grondwater waardoor niet aan de Europese Nitraatrichtlijn wordt voldaan. Om de uit- en afspoeling van stikstof en fosfor terug te dringen, worden agrariërs via het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer gestimuleerd maatregelen te nemen die zijn opgenomen in de zogenaamde BOOT-lijst die door het Bestuurlijk Overleg Open Teelten (BOOT) is vastgesteld. Deze lijst omvat meer dan 100 maatregelen. Om dit proces te ondersteunen is voor de Kennisimpuls het deelproject Maatregelen op de Kaart (MoK) opgestart. Het doel hiervan is om agrariërs, adviseurs en waterbeheerders te ondersteunen in het werken en beoordelen van de lijst met BOOT-maatregelen om de uit- en afspoeling van stikstof en fosfor terug te dringen. In 2019 is hiervan een eerste versie opgeleverd: de GIS-tool “Maatregelenkaart Waterkwaliteit fase 1”. In 2020 is in de tweede fase van het project de GIS-tool verbeterd, verbreed en in de praktijk getoetst. De resultaten hiervan worden in het onderhavige rapport beschreven. De nieuwe versie, “Maatregelenkaart Waterkwaliteit fase 2”, geeft inzicht in de maatregelen die het best passen bij de kenmerken van een landbouwperceel en daarbij leiden tot schoner grond- en oppervlaktewater. Concreet geeft de tool voor elk landbouwperceel in Nederland informatie over: • De perceelskenmerken die van invloed zijn op de uitspoelingsgevoeligheid • Per type maatregel (bodemverbetering, landmanagement, bemesting–nutriëntenbenutting, waterbeheer, zuivering/ route) een top-3 om de stikstof- en fosforbelasting richting het oppervlaktewater te verminderen en een overall top-5 • Per type maatregel ook een top-3 en overall top 5 om de nitraatuitspoeling naar het grondwater te verminderen • Het wel/niet aanwezig zijn van een landbouwopgave om de belasting met stikstof en/of fosfor terug te dringen en evenzo of er een regionale opgave ligt om het nitraatgehalte in het grondwater terug te dringen. De toetsing bevestigt dat de kaart een basis biedt voor een gericht, perceel-specifiek advies over kansrijke maatregelen voor schoner grond- en oppervlaktewater. De toetsing heeft ook geleid tot voorstellen voor een aantal concrete doorontwikkelopties. Hiervoor zijn aanbevelingen geformuleerd. De Maatregelenkaart Waterkwaliteit fase 2 is beschikbaar als shapefile en via een eenvoudige webviewer. In 2020 is de kaart ook als basis verwerkt in de tool BedrijfsBodemWaterPlan die is toegepast in het project Bodem-UP en vanaf april 2021 inzetbaar is in heel Nederland.
No image available
De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) schrijft voor dat het oppervlaktewater in 2027 voldoende schoon en ecologisch gezond is. In veel Nederlandse wateren is de nutriëntenbelasting (nog) te hoog om de doelen voor de KRW te halen. Het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) wil ter voorbereiding van besluiten over verbetering van de waterkwaliteit beter inzicht krijgen in de herkomst van de nutriënten in hun wateren. In dit onderzoek is de nutriëntenbelasting van de oppervlaktewateren (en herkomst daarvan) gekwantificeerd voor de periode 2000-2013 voor negen polders in het landelijke gebied van Schieland. Ook zijn effecten van autonoom mestbeleid en enkele landbouwmaatregelen indicatief berekend en zijn de fosfaat- en stikstoftoestand van de toplaag van de landbouwgronden ruimtelijk in kaart gebracht.De nutriëntenbelasting (en herkomst daarvan) in de beschouwde polders verschilt sterk door de grote verschillen in landgebruik, bodemtype en hydrologie. De totale nutriëntenbelasting per hectare is het grootst in polders met veel glastuinbouw, gevolgd door polders met veel akkerbouw. Af- en uitspoeling vanuit landbouwgronden leveren de grootste bijdrage aan de stikstofbelasting (gemiddeld 44%). Dit komt vooral door actuele mestgiften. De rest van de stikstofbelasting komt vooral door diffuse lozingen vanuit glastuinbouw en diffuse bronnen in stedelijk gebied. Af- en uitspoeling leveren ook voor fosfor de grootste bijdrage (gemiddeld 52%). Deze af- en uitspoeling worden niet zozeer door actuele mestgiften bepaald, maar meer door nalevering, historische mestgiften en kwel. De rest van de fosforbelasting komt – net als stikstof – vooral door glastuinbouw en diffuse bronnen in stedelijk gebied. De berekeningen geven aan dat met autonoom mestbeleid en de beschouwde additionele landbouwmaatregelen de nutriëntenbelasting weinig zal afnemen. Wel levert volledige aansluiting van de glastuinbouw een aanzienlijke verlaging van de belasting in de polders met veel glastuinbouw. Dit is al enkele jaren in gang gezet. Vooral in Bleiswijk zal de belasting hierdoor naar verwachting verder afnemen. Trefwoorden: Kaderrichtlijn Water, oppervlaktewater kwaliteit, nutriënten belasting, stikstof, fosfor, herkomst, uitspoeling, afspoeling, bemesting, glastuinbouw, bodemverbetering, kringloopwijzer, fosfaattoestand, stikstof leverend vermogen.
No image available
Dit rapport geeft op basis van een review van nationale en internationale studies een actueel overzicht van de kennis over de effectiviteit van uiteenlopende maatregelen op en rond landbouwpercelen om de emissies van stikstof en fosfor naar het oppervlaktewater en de nitraatuitspoeling naar het grondwater te verminderen. Iedere maatregel wordt behandeld in een handzaam factsheet. Het rapport is opgesteld door het project Nutriënten van de Kennisimpuls Waterkwaliteit.
No image available
No image available
No image available
· 2021
Op basis van een casestudie in de Proefpolder Gagelweg, onderdeel van Polder Groot Wilnis-Vinkeveen, is een aanpak ontwikkeld om gebiedsgericht duurzaamheidsopgaves aan te pakken op het vlak van waterkwaliteit. Door te focussen op een afgebakend gebied kunnen met een integrale aanpak en goede samenwerking tussen boeren en overige stakeholders daadwerkelijk stappen worden gezet. De algemeen toepasbare ‘polderaanpak’ omvat de volgende bouwstenen: 1. met alle actoren samen invulling geven aan de gebiedsopgave, door eerst gezamenlijk inzicht in het gebied te verschaffen en van daaruit de doelen en werkwijze te formuleren; 2. (indien nodig) een detailanalyse, om beter inzicht te krijgen in processen en om maatwerk maatregelen te onderbouwen; 3. uitwerking van kansrijke maatregelen; 4. gezamenlijk verkennen van en zo mogelijk invulling geven aan ‘waardering en beloning’, zodat de inspanningen beklijven.
No image available
· 2020
Deze studie beschrijft en evalueert de tien meest gebruikte instrumenten1 en beoogt daarmee richting te geven aan eenverdere samenwerking tussen ontwikkelaars en een mogelijke integratie van de tools. Een samenwerking die leidt totuniformering en kwaliteitsverbetering. We voorzien dat hiermee een impuls kan worden gegeven aan de verdieping enverbreding van kennis die nodig is om de doelen van het DAW te verwezenlijken. Het biedt daarmee de informatiebasisvoor opdrachtgevers en betrokken overheden om op een goede en verstandige manier de ontwikkeling van, samenwerkingtussen en uitrol van DAW-tools aan te kunnen sturen.
No image available
· 2020
In 2013 is het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) van start gegaan om een bijdrage te leveren aan de wateropgaven in Nederland. Hierbij worden agrarisch ondernemers via tools en adviesinstrumenten gestimuleerd en gefaciliteerd om een bijdrage te leveren aan duurzame oplossingen voor bodem- en waterbeheer. Deze studie beschrijft en evalueert de meest gebruikte tools en beoogt daarmee richting te geven aan verdere samenwerking tussen ontwikkelaars en mogelijke integratie van tools. Een samen-werking die leidt tot uniformering en kwaliteitsverbetering. We voorzien dat hiermee een impuls kan worden gegeven aan de verdieping en verbreding van kennis om de doelen van het DAW te realiseren.
No image available
· 2022
Daarvoor is zowel kennisverdieping als verdere kennisdeling nodig.