No image available
No image available
· 2022
As part of the expertise development within the WOT, and in collaboration with a number of other knowledge institutes, we worked in recent years on the Natural Capital Model. This model consists of a set of ecosystem service models and is designed to determining the biophysical state of the natural capital in the Netherlands (mapping), as well as estimating the effects of existing and new policy and future developments on this natural capital (modelling). The model determines the potential societal demand for goods and services and to what extent ecosystems in the Netherlands meet this demand. The aim of this report is to present the technical underpinning of the latest version of the Natural Capital Model, including model assumptions, data requirements and data outputs. With the right input, the model can generate figures and spatial maps for the thirteen ecosystem services provided by urban, rural and natural areas: drinking water production, wood production, biomass for energy production, pollination, soil fertility, water retention, urban cooling, water purification, pest control, carbon sequestration, air quality regulation, outdoor recreation and natural heritage. This report is written following the Status A quality criteria of the WUR. Status A quality is about model quality, describing the model, assumptions, and assessing validation, calibration and uncertainty analysis. Actually obtaining Status A, applying the model and improving the individual ecosystem service models will be a priority for the coming years.
No image available
No image available
Dit document bevat een samenvatting van het concept-denkmodel voor Basiskwaliteit Natuur (BKN), zoals die opgezet is door Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Wageningen Environmental Research (WENR). Het is het resultaat van interne en externe gesprekken en workshops over Basiskwaliteit Natuur, gedefinieerd als de set van condities die nodig is om algemene soorten in de stad en het landelijk gebied weer algemeen te kunnen laten zijn. Het denkmodel is gebaseerd op diverse figuren die betrekking hebben op de volgende aspecten van Basiskwaliteit Natuur: de waarde van natuur, het toetsingskader, de definitie en afbakening, het basismodel en een stappenplan om Basiskwaliteit Natuur te kunnen bereiken. Het stappenplan bevat de onderdelen: ambities, schaalniveau, landschappen en biotopen, soort(groep)en, condities, kans op voorkomen en maatregelen. In de komende jaren zal er verder worden gewerkt aan het concept en de uitwerking van dit denkmodel naar een kennisinstrumentarium Basiskwaliteit Natuur.
No image available
· 2020
Het doel van dit project was om in beeld te brengen hoe het Klimaatakkoord en het natuurbeleid elkaar raken. Resultaten laten zien dat provincies en andere maatschappelijke partijen voor de uitvoering van het Klimaatakkoord aanhaken bij bestaande beleidsdossiers, waarbij het nog een opgave is om het klimaatbeleid ook daadwerkelijk in te bedden in het andere beleid en de bestaande beleidsinstrumenten. De score van het potentiële effect van de uitvoering van de maatregelen van het Klimaatakkoord op biodiversiteit is afhankelijk van de invulling van de maatregel (locatie, inrichting en beheer). Er is meer samenhang mogelijk tussen het natuur- en klimaatbeleid door de uitwerking van de plannen uit Klimaatakkoord en natuurbeleid meer af te stemmen op elkaars doelen.
No image available
In dit onderzoek is voor Rijkswaterstaat-WVL aan de hand van de casestudie Noordwaard-poldergewerkt aan de ontwikkeling van een instrumentarium waarmee voor verschillende RWS-gebieden de levering van ecosysteemdiensten in kaart kan worden gebracht, handelingsperspectieven kunnen worden gegeven en synergieën en trade-offs van maatregelen inzichtelijk kunnen worden gemaakt.
No image available
In 2020 is voor de tweede Lerende Evaluatie van het Natuurpact (LEN) door PBL en WUR een landelijke analyse uitgevoerd naar de effectiviteit van herstelmaatregelen op de biodiversiteit. De resultaten van de analyse kwamen niet geheel overeen met de verwachting. Vanwege de omvang en complexiteit van deze eerste analyse op landelijk niveau zijn er mogelijk verbeterpunten in de methode te vinden. Daarom is een verdiepend onderzoek uitgevoerd op gebiedsniveau, waarbij de resultaten uit de landelijke analyse zijn besproken met terreinbeheerders van zes natuurgebieden. Conclusie is dat er verbeteringen mogelijk zijn in zowel de kaarten met herstelmaatregelen, de biodiversiteitskaarten als in de analyse naar het verband tussen maatregelen en biodiversiteit. De kaarten met herstelmaatregelen zijn niet altijd compleet of bevatten locaties waar in werkelijkheid geen herstelmaatregelen zijn uitgevoerd. Het beeld dat ontstaat uit de biodiversiteitskaarten voor broedvogels en vaatplanten wordt niet altijd herkend door de terreinbeheerders en soms zijn de nu in de analyse geselecteerde soortgroepen te beperkt. Bij de analyses naar het verband tussen herstelmaatregelen en biodiversiteitstrends is het zaak preciezer te kijken naar het moment van uitvoer van de maatregelen en het moment van biodiversiteitsdata, naast de actualiteit van de beheertypen.
No image available
· 2016
Drinkwaterbedrijven zijn belangrijke partners bij het realiseren van natuurbeleid. De sector beheert zo'n 23.000 ha en is daarmee de 4e natuurbeheerder van Nederland. In een natuurlijke omgeving zijn drinkwaterbronnen beter beschermd tegen verontreinigingen en is minder zuiveringsinspanning nodig om drinkwater te maken. In de Rijksnatuurvisie (2014) wordt met regelmaat verwezen naar de rol van drinkwaterbedrijven als natuurbeheerders. Om samen te zoeken naar invulling van deze natuurvisie, is in een Groene Tafel 'drinkwater en natuur' (april 2014) afgesproken de samenwerking tussen overheden, drinkwaterbedrijven en maatschappelijke organisaties te versterken. In 2004 is een studie verricht naar de betekenis van de drinkwatersector voor de natuur. Dit rapport is een update van deze studie. Het geeft een overzicht van het belang van de drinkwatersector voor de natuur in Nederland en wat er sinds 2004 is veranderd op dat gebied.
No image available
· 2022
Met een natuurinclusieve inrichting van Nederland kan een belangrijke bijdrage worden geleverd aan het realiseren van actuele maatschappelijke opgaven. Dat blijkt uit de analyse van het scenario Natuurinclusief, één van de drie scenario’s uit de Natuurverkenning 2050. In dit scenario is er sprake van toename van het aanbod van meerdere ecosysteemdiensten. Deze diensten zijn van belang voor het realiseren van actuele maatschappelijke opgaven op het gebied van onder andere klimaat, biodiversiteit, waterkwaliteit, en de kwaliteit van de leefomgeving. Het is de eerste keer in Nederland dat de effecten van een natuurinclusief toekomstbeeld op deze manier zijn gekwantificeerd. Ook bij een verregaand natuurinclusieve inrichting van Nederland blijft er nog wel sprake van restopgaven. Naast natuurinclusieve maatregelen zijn ook aanvullende maatregelen nodig om de maatschappelijke opgaven volledig het hoofd te bieden. Ook vraagt een natuurinclusieve inrichting van Nederland om grote veranderingen, zowel ruimtelijk, als qua verdienmodellen en gedragsverandering.
No image available
· 2020
Dit document beschrijft de rapportage van Nederland in 2019 over de habitattypen van Natura 2000 voor de periode 2013-2018. Deze rapportage wordt zes-jaarlijks uitgevoerd als verplichting onder de Europese Habitatrichtlijn (Artikel 17). Voor alle 52 habitattypen is de staat van instandhouding (SvI) vastgesteld volgens een door de Europese Commissie voorgeschreven methode. Het rapport beschrijft uitgangspunten, data en methoden van de beoordeling van de parameters van de SvI: verspreidingsgebied, oppervlakte, structuur & functie (S&F) en toekomstperspectief. Het verspreidingsgebied blijkt weinig veranderd ten opzichte van de rapportage in 2013. De oppervlaktes zijn voor de meeste habitattypen gerapporteerd zoals in 2013 omdat er geen betrouwbare, nieuwe gegevens voorhanden waren. De methodiek van beoordeling van S&F is sterk aangepast vanwege het gewijzigde rapportageformat en om beter aan te sluiten op data uit langlopende monitoring. Voor het toekomstperspectief heeft de Europese Commissie een nieuwe methodiek voorgeschreven. Het rapport signaleert tevens een aantal verbeterpunten voor de rapportage.